zaterdag 2 oktober 2010

Mijn eerste nacht in Minecraft

Ik werd wakker op een voor mijn gevoel onbewoond eiland. Ik wist niet waar ik was en hoe ik er gekomen was. Sterker nog, ik wist niet eens wie ik was. Na een paar minuten rondgelopen te hebben kwam ik erachter hoe enorm groot de wereld om me heen wel niet was, hoge bergen, grote zeeën en donkere bossen waar ik maar keek. Het begon steeds later te worden en de gedachte om in een vreemde omgeving onder de open lucht te slapen beviel me niet echt. Niet dat ik veel gevaarlijke wezens tegen kwam hoor, een paar koeien, varkens en kippen. Niets bijzonders dus, maar toch voelde ik me niet helemaal op mijn gemak. Helaas was er geen gereedschap voor handen dus moest ik als de mannelijke man die ik was, bomen met mijn blote handen kapot slaan. Na flink wat hout verzameld te hebben maakte ik er mooie planken van, ook kreeg ik het voor elkaar om een houten bijl te maken. Deze hield het uiteraard niet lang vol, maar voorlopig was het voldoende.

Na een paar uur werken had ik een klein hutje in elkaar gezet, niets speciaals, maar ik had tenminste een dak boven mijn hoofd. En geen minuut te vroeg want de nacht kwam vroeger dan verwacht en voor ik het wist was het pikkedonker. Ik probeerde wat slaap te krijgen in mijn hut maar het lawaai buiten maakte dit niet gemakkelijk. Enkele luidruchtige koeien vonden het blijkbaar een goed idee om vlak in de buurt uitgebreid te staan loeien. Maar plotseling werd het akelig stil, stil op een sissend geluid na, een geluid dat steeds dichter bij kwam. Omdat ik niet wist wat het was en waar het vandaan kwam begon ik me steeds minder op mijn gemak te voelen. Het feit dat ik geen hand voor ogen zag maakte het er niet beter op. Ik verzamelde al mijn moed en keek voorzichtig door een opening in de hut. In het donker kon ik slechts een schim in de verte zien lopen, ik probeerde mijn ogen te focussen in de hoop beter te kunnen zien. Opeens hoorde ik het sissende geluid van heel dichtbij komen, ik draaide mijn hoofd iets naar links en keek recht in de pikzwarte dode ogen van een groen monster. Voor ik de kans kreeg om een gil te laten blies het monster zichzelf en een groot deel van mijn hut op. Totaal verward en zwaar verwond zette ik het op het lopen. Tijdens mijn paniekerige vlucht zag ik meer bizarre monsters. Zombies, reusachtige spinnen, wandelende skeletten! Wanhopig deed ik een laatste poging om de monsters te ontlopen. Met mijn bijl sloeg ik een groot gat in de grond en schuilde daar, niet zeker wetend of dit mijn redding of graftombe zou zijn. In paniek wachtte ik daar de rest van de nacht af.

Wonder boven wonder wist ik de nacht te overleven. De morgenzon bedekte de wereld weer met zijn warme gloed en voorzichtig kroop ik uit mijn schuilplaats. Het gevaar was voorlopig geweken, maar ik wist wel dat ik dit niet lang vol zou houden op deze manier. Ik maakte een planning en ging opzoek naar materialen voor fakkels en wapens. Ook begon ik met een nieuwe hut te bouwen. Een grotere en stevigere deze keer, met flink wat uitzicht op het gebied om me heen. Het betekende hard werken en creatief denken, maar ik had weinig keuze als ik deze vreemde wereld wilde overleven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten